Nadere blik op het Amerikaanse onderzoek naar GeenPeil

| 25 februari 2016 op 5:43

Door Willem Cormax
Op 16 Januari jl. publiceerde The Telegraph een artikel waarin gesuggereerd werd dat het Amerikaans onderzoek zal gaan plaatsvinden naar Russische invloeden in Europa en het Referendum op 6 April a.s. Dit onderzoek wordt in opdracht van het Congres uitgevoed door National Intelligence onder leiding van directeur James Clapper. Een eerder bericht hierover liet al zien dat dit onderzoek een politieke lading lijkt te hebben. Nader onderzoek lijkt dat te bevestigen. Aan de hand van een tijdlijn én reeds publiekelijk bekende informatie komt het beeld naar voor dat de basis van het artikel inderdaad een politiek doel in zich lijkt te dragen. Allereerst worden de gebeurtenissen die van belang zijn in chronologische volgorde geplaatst. Daarna volgt een analyse van het Telegraph artikel van 16 januari 2016, waarna een vaststelling van feiten volgt om vervolgens te concluderen dat hier met redelijke mate van zekerheid een politiek gekleurde boodschap inzit. Laat ons beginnen met de tijdlijn om een helder overzicht te krijgen van de gebeurtenissen.

1.     Tijdlijn

22 April 2015: AIVD publiceert haar jaarverslag over 2014 waarin gewaarschuwd wordt voor de activiteiten van Russische inlichtingendiensten in Nederland en ten opzichte van Nederlanders in Rusland.

1 Juni 2015: Afgevaardigde Nunes (R-CA) introduceert H.R. 2596 als de Intelligence Authorization Act for Fiscal Year 2016 in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden.

7 juni 2015: De New York Times een artikel over de invloed die Rusland (semi-)openlijk uitoefent als gevolg van de sancties die het land zijn opgelegd door de Europese Unie én de zorgen die daarmee gepaard gaan aangaande de politieke stabiliteit en de weerslag daarvan op de NAVO.

8 juni 2015: Afgevaardigde Turner introduceert Amendement 9. Dit is het onderzoek waar het Telegraph artikel op 16 Januari 2016 naar verwijst. Het amendement wordt aangenomen als section 338:

Sec-338-over-Russische-financiering-van-partijen-en-NGOs

Klikken voor vergroting

De redenen voor dit amendement zijn tweeledig stelt Turner:

  1. Het artikel in de New York Times van 7 Juni 2015 en
  2. zijn eigen ervaring in gesprekken met mensen in de EU en Europa waaruit Russische invloed blijkt in voormalige Sovjet-staten én Europa, specifiek met als doel de gevolgen voor NAVO te overzien.

16 Juni 2015: H.R. 2596 goedgekeurd en gaat het naar de Senaat, waar het als voorstel S. 1705 blijft liggen.

1 Juli 2015: De nieuwe Referendumwet wordt van kracht.

14 Oktober 2015: De Kiesraad laat weten dat er 427.939 geldige ondersteuningsverklaringen zijn ingeleverd en dat het Referendum doorgang zal vinden.

30 November 2015: Afgevaardigde Nunes (R-CA) introduceert H.R. 4127 in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Dit is een herintroductie van H.R. 2596. Er vindt geen inhoudelijke behandeling van het voorstel plaats. Het onderzoek, nu genoemd in Section 502, blijft ongewijzigd:

sec-502-over-Russische-financiering-van-partijen-en-NGOs

Klikken voor vergroting

1 December 2015: H.R. 4127 goedgekeurd en naar de Senaat, alwaar het voorstel weer blijft liggen.

18 December 2015: H.R. 2029, getiteld Consolidated Appropriations Act, 2016, goedgekeurd in de Senaat, met H.R. 4127 als Division M eraan vastgeplakt. Dezelfde dag wordt het getekend door President Obama en wordt het een wet én gaat Congres met reces.

11 Januari 2016: Het Congres komt terug van Reces.

16 Januari 2016: The Telegraph meldt dat er een groot onderzoek komt naar Russische invloed in de EU en Europa. Specifiek wordt ook genoemd dat de argumentatie van het Referendum op 6 April overeenkomsten vertoont met Russische propaganda. Al vrij snel daarna berichtten Nederlandse media over dit onderzoek naar GeenPeil.

2.     Analyse van het Telegraph artikel

2.1.          Stand van het onderzoek

Het artikel opent met:

“American intelligence agencies are to conduct a major investigation into how the Kremlin is infiltrating political parties in Europe, it can be revealed.”

Dit is ook wat overgenomen wordt in Nederlandse media. Het onderzoek is nog niet uitgevoerd. Tegelijkertijd is dit een onvolledige aankondiging. Het Congres is expliciet dat het gaat om een onderzoek naar de invloed in voormalige Sovjet-staten én de EU vanaf 2006. Hoe dan ook, er heeft nog geen onderzoek plaatsgevonden. Waar komt de overige informatie in het artikel dan vandaan? De suggestie is dat er allerlei dossiers en onderzoeken zijn. Dat zou kunnen. In ieder geval is practisch alle genoemde informatie uit het artikel al enige tijd publiek beschikbaar.

2.2.          Herkomst informatie

Het artikel weet te melden, ondanks dat het onderzoek nog niet is uitgevoerd, dat het onder andere gaat om clubs als Front National, Lega Nord en de Gouden Dageraad. In de introductie van Amendement 9 door Afgevaardigde Turner op 8 juni 2015 wordt duidelijk dat deze kennis niet per sé uit een dossier hoeft te komen dat vanuit National Intelligence komt, zoals het artikel suggereert.

2.2.1.     Het New York Times artikel

Afgevaardigde Turner noemt als reden voor het onderzoek naar de Russische geldstromen allereerst dit artikel. Opmerkelijk is dan ook dat veel van de informatie die in het Telegraph artikel als ‘komend uit een dossier’ wordt aangevoerd, gewoon in het New York Times artikel te vinden is. Een interessante indicator is bovendien dat het New York Times artikel meer details geeft, specifieker is én meer partijen noemt. Dat is voor onderzoekers van historische bronnen vaak een teken dat een dergelijke bron meer primair is.

Dat wil niet zeggen The Telegraph de New York Times onvolledig overgeschreven heeft. Het laat op zijn minst zien dat de geheimzinnig aandoende informatie 1) niet geheim is en 2) al openlijk tot zorgen leidde begin juni 2015 en dat die zorgen juist als basis dienden voor het onderzoek dat nu gestart is en dat die zorgen bovendien teruggaan tot 2006.

2.2.2.     Het Nederlandse referendum

Toen Amendement 9 op 8 juni 2015 geïntroduceerd werd, bestond GeenPeil niet, was de Referendumwet nog niet in werking getreden en was van een referendum dus nog geen sprake. Bij de herintroductie van H.R. 2596 als H.R. 4127 op 30 november 2015 is geen inhoudelijke beraadslaging terug te vinden, waarbij het Referendum van 6 April naar voren komt.

In de intentie van het onderzoek speelt het referendum dus geen enkele specifieke rol. Wel kan het natuurlijk vallen onder de algemeenheid van Russische invloeden. Dan zou het echter moeten gaan om aantoonbare financiële geldstromen. Dat is namelijk de opdracht aan National Intelligence van het Congres:

“assessment on the funding of political parties and nongovernmental organizations in former Soviet states and countries in Europe by the Russian Security Services.”

Strikt genomen vallen dus alleen organisaties die gefinancierd worden door Russische veiligheidsdiensten onder het onderzoek. Daarvan is, blijkens het New York Times artikel al een groot deel publiekelijk van bekend.

2.2.3.     Het dossier en de argumentatie van GeenPeil

Dit strookt niet met de suggestie die het artikel in The Telegraph wekt, namelijk dat de argumentatie eender lijkt aan Russische propaganda.  Daar lezen we:

“Russian influence has also been detected in a referendum in the Netherlands next April over whether to block the EU’s closer relations with Ukraine. Sources said arguments deployed in support of the referendum “closely resembled” known Russian propaganda.” (bron)

Die Russische invloed richt zich, met betrekking tot het onderzoek door National Intelligence, op geldstromen en niet op argumenten. Als er Russische propaganda gespuid zou worden door GeenPeil, dan is dat alleen relevant voor het Amerikaanse onderzoek als daar Russische geldstromen te vinden zijn. Dat onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden, dus kan daar nog niets over gezegd worden. Door deze ongegronde verdachtmaking in te bedden in de bredere context van het artikel lijkt het alsof het Nederlandse ja-kamp ook Russische fondsen zou krijgen. Verder wordt aangestipt dat er invloed zou kunnen bestaan ten aanzien van het Britse referendum. In de context van het artikel staat ervoor dat:

“A dossier of “Russian influence activity” seen by The Sunday Telegraph identified Russian influence operations running in France, the Netherlands, Hungary as well as Austria and the Czech Republic, which has been identified by Russian agents as an entry-point into the Schengen free movement zone. “

De suggestie is dat een dossier bestaat van Russische activiteiten in Nederland. Dat kan kloppen. De AIVD meldde dat reeds in haar jaarverslag over 2014, zelfs dat die activiteiten toenemen. Die bezwaren weerklinken ook in de New York Times op 7 juni 2015. Zoals we eerder zagen is dat artikel veel uitvoeriger en gedetailleerder over de Russische activiteiten en er hangt geen zweem van geheimzinnigheid om dat artikel. Weinig objectieve reden dus voor The Telegraph om deze publiekelijk bekende informatie zo gewichtig en suggestief te brengen.

Crux is hier dat The Telegraph specifiek noemt dat in het dossier staat dat de argumentatie van GeenPeil sterke overeenkomsten vertoont met reeds bekende Russische propaganda, terwijl het Congres ‘slechts’ de geldstromen in kaart wil brengen. Zoals blijkt, dat onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden. Dat uit het ontvangen van gelden kan volgen dat een organisatie een ander geluid gaat laten horen dan voorheen is evident. Zonder die geldstromen als aantoonbare beïnvloeding door Rusland is de gelegde link door The Telegraph echter een ongegronde aantijging. Het dossier dat The Telegraph noemt en het onderzoek door het Congres zijn dan ook twee verschillende dingen. Dit terwijl de suggestie wordt gewekt dat er een causaliteit tussen de twee zou bestaan. Wellicht bestaat die ook, maar zulks blijkt in ieder geval niet uit het artikel.

3.     Tussenconclusies

  1. Het Nederlandse referendum op 6 April kan niet onderwerp zijn van het onderzoek van het Congres omdat het referendum op 8 juni 2015 nog niet bestond. Dat is de dag waarop het onderzoek als Amendement werd toegevoegd aan de Intelligence Authorization Act for Fiscal Year 2016.
  2. Er is een dossier ingezien door The Telegraph. In dat dossier staan zaken die publiekelijk bekend zijn, zoals terug te vinden is in de New York Times op 7 Juni 2015 en deels in het jaarverslag van de AIVD over 2014. Dat dossier is dus op zichzelf niets nieuws. Sterker nog, die publiekelijk beschikbare kennis is zelfs de aanleiding om het aangekondigde onderzoek van het Congres op te nemen in de Intelligence Authorization Act for Fiscal Year 2016, lezen we bij de discussie rondom het inbrengen van Amendement 9.
  3. De focus van het onderzoek door National Intelligence ligt op geldstromen vanaf 2006 naar politieke en maatschappelijke organisaties in de EU en voormalige Sovjet-staten vanaf 2006.
  4. De enige nieuwigheid van het Telegraph artikel is dat gesteld wordt dat de argumentatie van het Referendum op 6 April overeenkomsten vertoond met reeds bekende Russische propaganda, zonder specifiek te worden. Daarnaast worden zorgen geuit over Russische invloed rondom het Brexit-referendum. Die zorgen mogen er zijn, zonder onderzoek van geldstromen door National Intelligence is deze constatering van The Telegraph niet meer dan een ongegronde aantijging.

4.     Politieke argumentatie?

Nu we hebben laten zien dat het Amerikaanse onderzoek veel breder is dan alleen de EU, dat het ook de voormalige Sovjet-staten beslaat, dat het gaat om een onderzoek van geldstromen vanaf 2006 tot nu toe, kunnen we in ieder geval concluderen dat de focus van het Amerikaanse onderzoek niet zal zijn de argumentatie van het referendum in Nederland of het Verenigd Koninkrijk.

4.1.          Guilt by association

Met die zekerheden in het achterhoofd kunnen we kijken naar mogelijke gronden voor het Telegraph artikel in de context van de hedendaagse politiek. De reden hiervoor is dat de argumentatie van het referendum in Nederland gelijkgesteld wordt met Russische propaganda, zonder inhoudelijk te worden. Zolang dat dossier niet publiekelijk toegankelijk wordt, is er sprake van een guilt-by-association techniek. Immers, wie wil bedrogen worden door Russische propaganda?

Zulk een tactiek heeft ten doel het denken te beïnvloeden over het onderwerp waar mensen zich mee bezig houden. Niemand wil geassocieerd worden met de slechteriken in een verhaal. Het gevolg is dat mensen in hun denken de eigen reputatie meenemen en dat gaan meewegen in hun beslissing om zich met de betrokken club mensen te associëren. Dat betekent in de praktijk dat mensen zich niet of minder in zouden gaan zetten voor het GeenPeil referendum, omdat ze gelezen hebben dat er Russisch geld naartoe gaat met als doel de EU te saboteren. Aan dat soort acties zullen normale mensen geen deel willen hebben. Dat brengt ons bij de vraag wiens doel een dergelijk verband, als The Telegraph maakt, dient.

4.2.          (Geo-)Politieke belangen

De referenda in beide landen zijn contrair aan hetgeen de EU beoogt. In Nederland betreft het de ratificering van het Associatieverdrag met Oekraïne, waardoor in theorie dat verdrag in het geheel geen doorgang vindt. In het Verenigd Koninkrijk staat zelfs het lidmaatschap van de EU op het spel. Ook vastgesteld kan worden dat het sentiment in Nederland neigt naar het stemmen voor afwijzen van ratificatie. Het grootste onderzoek daartoe komt vooralsnog van 1Vandaag. Van de ruim 27.000 gepeilde Nederlanders gaf 53% aan te gaan stemmen, waarvan vervolgens 51% zeker voor afwijzen zou gaan stemmen. In het Verenigd Koninkrijk wijzen peilingen sinds September 2015 op een Brexit, terwijl de groeiende groep twijfelaars vrijwel alleen uit het EU-kamp komen, aldus Survation.

Deze feitelijkheden geven echter alleen een raamwerk om te speculeren:

  1. Een meerderheid voor afwijzing van de Wet ter ratificatie van het Associatieverdrag met Oekraïne kan leiden tot politieke instabiliteit in Nederland en de EU. Stemmen Nederlandse kiezers voor afwijzing, dan verliest de zittende regering haar legitimiteit als het Associatieverdrag toch geratificeerd wordt. Dat betekent politieke onrust in Nederland en daarmee een getroubleerd voorzitterschap van de EU.
  2. Het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU zal grote gevolgen hebben en de deuren openzetten voor soortgelijke bewegingen in andere lidstaten van de EU. Als mensen eenmaal beseffen dat de EU niet onvermijdelijk is, is onzeker wat voor krachten er op nationaal niveau loskomen.
  3. De algehele politieke stabiliteit in de EU zal niet ten gronde gaan aan democratische inspraak. Toch is het niet moeilijk voor te stellen dat de contraire bewegingen, dat wil zeggen bewegingen die zich tegen een centraliserende EU keren, wel kunnen bijdragen aan verzwakking van het blok als geheel. Politieke realiteit in landen dwingt politici nu eenmaal ook tot handelen naar die realiteit. Doen zij dat niet, dan zullen ze mettertijd in de ogen van het volk legitimiteit verliezen. Het gevolg daarvan is politieke instabiliteit. Vanuit het oogpunt van de EU zijn dit soort contraire bewegingen dan ook een gevaar voor de stabiliteit in een EU-lidstaat, terwijl het tegelijkertijd een democratische uiting is voor het land zelf. Het is dat gevaar voor instabiliteit dat onderzocht wordt door het Congres, daar waar dit aantoonbaar gefinancierd wordt door Russische belangen.

5.     Conclusies

  1. Het onderzoek dat door het Congres is ingesteld bij hoofde van National Intelligence is niet gericht op de argumentatie van het Nederlandse of Britse referendum. Het is gericht op geldstromen in de EU en voormalige Sovjet-staten vanaf 2006 tot nu.
  2. De informatie die in het Telegraph artikel gebruikt wordt is reeds bekende informatie en voegt slechts één nieuw element toe, namelijk zorgen om de argumentatie van zowel het Britse als Nederlandse referendum. Daarbij baseert men zich op een dossier dat verder, nog, niemand ingezien heeft. Terwijl de informatie die zij uit dat dossier lijken te presenteren gewoon publiekelijk beschikbaar is en zelfs de aanleiding is geweest om het door The Telegraph aangehaalde onderzoek in te stellen. Geen nieuwe informatie dus.
  3. De suggestie die gewekt wordt is er een van guilt-by-association. Tenminste, zolang The Telegraph niet laat weten wat de aard van het rapport is en hoe deze argumentatie dan zou lopen. Nu lijkt het of het democratische instrument ‘referendum’ door mensen is aangegrepen die gefinancierd worden door Russische veiligheidsdiensten.
  4. De trend in Nederland en het Verenigd Koninkrijk is om voor het afwijzen van ratificatie van het Associatieverdrag met Oekraïne en voor uittreding uit de EU te stemmen. Dit is evident niet in het belang van de EU. Het Telegraph artikel sluit, met de suggesties die zij maken, aan bij dat belang.

Daarmee lijkt het artikel in the Telegraph niet meer dan een poging om op verholen wijze het publieke debat te sturen. Dat wil echter niet zeggen dat de auteurs dit bewust zo opgezet hebben. Tegelijkertijd kan de indruk die ontstaan is, dat het bericht politiek geladen is om ‘de neuzen’ een en dezelfde kant op te krijgen, vooralsnog niet uitgewist worden. Is deze analyse juist, dan is het teleurstellend dat een dergelijk belangrijk democratisch debat over de zelfbeschikking van volkeren schijnbaar ook op zo’n verholen manier gevoerd moet worden.

De foto is gemaakt door: Raymond Cunningham

Oorspronkelijk verschenen op WillemCornax.nl