GeenPeil-referendum gaat wel degelijk over iets
Met zijn weerzin doet Rob de Wijk het belang van het referendum over het akkoord met Oekraïne geen recht, aldus Pepijn van Houwelingen, Thierry Baudet en Bart Nijman.
Waarom wordt Oekraïne in de verdragstekst dan maar liefst 72 keer verplicht zijn eigen, nationale wetgeving aan EU-regels aan te passen
Columnist Rob de Wijk is niet blij met het referendum dat op 6 april 2016 over het associatieverdrag met Oekraïne zal worden gehouden (Opinie, 6 november). In zes weken tijd hebben we bijna een half miljoen handtekeningen verzameld van burgers die willen meebeslissen.
De Wijk voelt zich er ‘buitengewoon ongemakkelijk’ bij. Hij meent dat hij nu wordt ‘gedwongen door de rancune’ waar al deze mensen blijkbaar aan lijden om ‘bij te dragen aan een ja-campagne’ – en hij betreurt zelfs ‘naar de stembus te moeten’. Tsja, het is toch wat zeg! Zo’n democratie, die je dwingt ‘naar de stembus te moeten’.
Grote nonsens
De Wijk schrijft dat ‘GeenPeil en het Burgercomité-EU’ niet geïnteresseerd zijn in de feiten. Waar baseert hij dit op? Allereerst is het Burgercomité-EU – samen met het Forum voor Democratie en GeenStijl – een van de drie organisaties die tezamen GeenPeil vormen. Dit feit heeft De Wijk blijkbaar al niet begrepen. Ook beweert hij met droge ogen dat het ‘grote nonsens’ en ‘onzin’ is, te beweren ‘dat dit verdrag Oekraïne op de drempel van EU-lidmaatschap brengt’.
Maar waarom wordt Oekraïne in de verdragstekst dan maar liefst 72 keer verplicht zijn eigen, nationale wetgeving aan EU-regels aan te passen? De volgende veelzeggende passage vinden we bijvoorbeeld terug in artikel 114 van het verdrag: ‘De partijen erkennen het belang van de aanpassing van de bestaande wetgeving van Oekraïne aan die van de Europese Unie. Oekraïne draagt er zorg voor dat zijn bestaande wetten en toekomstige wetgeving geleidelijk in overeenstemming met het EU-acquis worden gebracht.’
Overal en continu wordt Oekraïne (lees het zelf!) in dit verdrag gedwongen zijn wetgeving aan te passen aan het EU-acquis. Het mag dus geen verbazing wekken dat een Europees diplomaat vorig jaar heeft bevestigd dat met dit associatieverdrag Oekraïne voor 80 procent EU-lid wordt, meer nog dan de Balkanlanden die nota bene geacht worden eerder tot de EU toe te treden.
Wie deze en andere elementen van het verdrag tezamen beziet, ontkomt niet aan de conclusie dat het verdrag Oekraïne wel degelijk op de drempel van EU-lidmaatschap brengt
Europese integratie
Het associatieakkoord is dan ook geen ‘handelsverdrag’, zoals De Wijk feitenvrij blijft stellen. En iedereen kan dat zelf eenvoudig nagaan door slechts de eerste zeventien pagina’s van het verdrag te lezen, waar niet of nauwelijks het woord ‘handel’ genoemd wordt, maar wel continu wordt gesproken over ‘politieke dialoog’, ‘diepere politieke associatie’, ‘integratie van Oekraïne in de Europese Unie’, ‘versterkte deelname van Oekraïne aan civiele en militaire operaties’, ‘samenwerking inzake migratie, asiel en grensbeheer’, ‘het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)’ en ‘institutionele heroveringen’.
(Oeps. Bedoeld wordt, begrijpen we, ‘institutionele hervormingen’. Maar deze pijnlijke vertaalfout is blijkbaar geen van de honderden ambtenaren, politici en experts die zich over de verdragstekst hebben gebogen, opgevallen).
Nieuwe lidstaten
Wie deze en andere elementen van het verdrag tezamen beziet, ontkomt niet aan de conclusie dat het verdrag Oekraïne wel degelijk op de drempel van EU-lidmaatschap brengt.
Sterker, dat heeft de EU zélf ook meermaals duidelijk gemaakt. Zo heeft voormalig ‘president van Europa’ Herman Van Rompuy in 2013 verklaard dat “de toekomst van Oekraïne zal zijn zoals die van de andere, wat we noemen, nieuwe lidstaten”. En gaf de vorige voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso aan dat ‘de toekomst van Oekraïne in Europa ligt’ en heeft het Europees parlement een motie aangenomen waarin toekomstig EU-lidmaatschap voor Oekraïne nadrukkelijk werd opengesteld.
Daarom vinden we het zo belangrijk dat dit soort verdragen niet het exclusieve domein van elites blijven, maar onderwerp wordt van een brede maatschappelijke discussie en een louterend publiek debat. Burgers moeten de macht terugroepen en ons voor ontsporing behoeden. Precies dat is wat wij doen met GeenPeil. Zo hoort dat in een democratie.
Pepijn van Houwelingen: Burgercomité-EU
Thierry Baudet: Forum voor Democratie
Bart Nijman: GeenStijl
Tweet